woensdag 20 juli 2011

Onze mede co-assistent uit de Ukraine

De 25 persoonsbus, waar we ‘s ochtends mee worden opgehaald, stopt recht voor ons guesthouse. Gewoonlijk, als de chauffeur halverwege de straat is, toetert hij, zodat we weten dat we mee kunnen. Gisteren echter waren wij iets te laat met reageren, zodat de chauffeur bijna weer weg reed voordat we buiten waren. Dus vanochtend gingen we voor de zekerheid  8 minuten van te voren buiten staan. Maar de bus kwam maar niet. Justice (24), de security man van dienst stelde na een kwartier wachten voor vast een stuk te lopen met z’n drieën. Na een halve kilometer kwam de bus aanrijden. Hij was ondertussen 20 minuten te laat en we maakten ons een beetje zorgen. We werden namelijk uiterlijk 08.30 u verwacht in het ziekenhuis vanwege onze dag uit met de Family Planning Department (FPD). En we moesten nog ontbijten in de ziekenhuiskeuken.
Gelukkig bleek in het ziekenhuis dat de bus die ons en het team van de FPD naar de stad zou brengen, dezelfde bus was, als waarin we naar het werk waren gebracht. Na het ontbijt meldden we ons met behulp van een van de facilitair medewerkers van het ziekenhuis bij de FPD.
Tassen, koelboxen met vaccins, plastic stoelen, tafel bladen en –poten werden in de bus geladen. Waarna wij met onze mede co-assistent Rebecca (22), 2 verpleegkundigen, een technisch assistent  en 12 man personeel uit de nachtdienst weer terug in de bus stapten. Rebecca is een rustige Ghanese meid, die haar opleiding geneeskunde aan een universiteit in Ukraine volgt. Voor haar co-schap is ze deze zomer 8 weken terug in Akosombo. Ze komt van oorsprong hier uit de Volta regio.
Na een flinke omweg (van ongeveer een uur), omdat het VRA personeel netjes thuis voor de deur wordt afgezet, kwamen we boven op de berg aan, in een ander deel van Akosombo. Terwijl zo’n 30 moeders met babietjes in de draagdoek of aan de borst onder een boom op ons zaten te wachten, werden de spullen uit de bus geladen. Op een betonnen verhoging met een golfplaten overkapping, werden de twee tafels opgezet en een weegschaal aan het balkenplafond gehangen. Ter controle of de haak goed hing, ging de technisch assistent er aan hangen.
Ons outdoor consultatiebureau! Aan de ene tafel moesten de moeders zich melden en hun groene boekje (net als bij ons!) afgeven. Een en ander werd geregistreerd in een handgeschreven administratieboek. Daarna werden de namen van de kindjes afgeroepen, zodat de technisch assistent ze kon wegen (zie foto). Waarna ze bij de tweede tafel (waar wij ook aan zaten), konden komen voor de immunisatie.
Missy, een goedlachse, mollige O&G verpleegkundige instrueerde ons hoe we haar konden ondersteunen met de registratie. Een dik en groot schrift met harde kaft werd er bij genomen. Michelle mocht beginnen en raakte van de wijs door de enorme hoeveelheid data die met de hand opgeschreven moest worden. Zij verwisselde baby- en moedernamen en kreeg keer op keer geduldige aanwijzingen van Missy hoe en waar de data van vorige vaccinaties te noteren.
Daarna was Mieke aan de beurt, dat ging wat vlotter (nadat ze bij Michelle had kunnen zien hoe het niet moest). Ondertussen prikte Missy er flink op los. Ze jaste de naald (die normaal in het lekkere dikke bovenbeentje van de baby gezet moet worden), bijna in de kniegewrichtjes met een snelheid, die niet met het blote oog te volgen was. De kinderen jankten stuk voor stuk zo hard, dat we soms dachten dat ze er in zouden blijven. En terwijl ze dan huilden, werden in het open mondje net zo vlot wat druppels vitamine A en poliovaccin geperst. Machinaal bijna…
Omdat we bijna een uur eerder klaar waren dan gepland omdat wij geholpen hadden met de administratie, zijn we een stukje gaan wandelen met Rebecca. Het uitzicht in dat deel van Akosombo is prachtig. De vallei waarin de stad ligt, heeft groene glooiende hellingen met witte huizen met afwisselend rode en groen daken. Het is er erg stijl, je moet dus lekker slenteren om niet te zweterig te worden in de, met het verstrijken van de dagen,  steeds warmer en droger wordende lucht. Af en toe en op sommige plekken, als het windstil is, ruik je dode vis in verschillende stadia van ontbinding (we zitten nu eenmaal aan de Volta rivier). Als de wind warm en vochtig, satijnzacht over je huid gaat, ruik je gelukkig vooral houtvuur en het groen van de bomen.
Rebecca vertelde ons dat het studeren in de Ukraine niet altijd even makkelijk is. De opleiding is internationaal en wordt gegeven in het Engels. Maar veel patiënten in de ziekenhuizen waar ze als student stage loopt, zijn niet gewend aan een donkere huidskleur. Soms willen ze niet door haar worden aangeraakt. Of er worden kwetsende opmerkingen gemaakt tegen haar of nog erger, men maakt apengeluiden als ze langsloopt. Erg geschokt over haar verhaal vertelde ze tegen ons dat ze ondanks dat een fijne tijd in de Ukraine heeft en de taal langzaam leert verstaan en spreken.
Ze vroeg ons of het in Nederland ook -26 graden was in de winter. Het is een leuk idee om Rebecca (zie foto) met een bontmuts op in de sneeuw te zien lopen.
De bus terug kwam weer te laat, zo’n anderhalf uur, je raakt er aan gewend (zelfs als Nederlander). Op de terugweg werd er personeel voor de avonddienst opgehaald, zodat we vandaag ongeveer 3 uur in de bus hebben gezeten. Van ons huis naar het ziekenhuis is hemelsbreed max. 10 kilometer, dus stel je voor. Maar het is beregezellig onderweg, de Ghanese mensen maken veel contact met elkaar in het openbaar en er wordt heel wat afgelachen, ook ’s ochtends om half acht.
Al met al weer een leerzame en leuke dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten