woensdag 31 augustus 2011

Bedankt

Tijdens ons co-schap in Ghana hebben we veel meegemaakt. Een aantal zaken hebben we met jullie gedeeld. Een kleine opsomming van typisch Ghanese dingen die we niet kwijt konden elders in onze blog, willen we toch nog even benoemen.

Wat we erg raar vonden is dat in het ziekenhuis de artsen en verpleegkundigen hun mobiele telefoon gebruikten als onderzoekslampje.
Alle, echt alle, vrouwen met lang haar hebben nep haar. Hun haar groeit hooguit 3 cm, waarna het afbreekt door de droogte. Kapperszaken waar haar wordt ingeweaved verdienen goud geld. Je ziet ook de meest wonderbaarlijke kapsels en kleuren (fel rood, paars, blauw).
Op veel plekken langs de snelweg staan verkopers met van alles en nog wat: eten, drinken, speelgoed, posters, autospullen enzovoort. Als je kijkt vanuit het voertuig waar je in zit, verwachten ze dat je iets wilt kopen. Als je daadwerkelijk iets wilt hebben, rennen ze met de auto/taxi/bus mee, terwijl je betaalt.
Telkens als we ergens lokaal gingen eten, kwam er de volgende riedel : "we have fried rice, jollof rice and plain rice with chicken". Dit was zo standaard, dat we van tevoren al konden bepalen wat we wilden eten. Meestal fried rice and chicken. Overigens de lekkerste kip ooit!
In ontmoeten en begroeten wordt veel tijd gestoken door de Ghanees. Je komt vaak niet weg, voordat je je telefoonnummer hebt gegeven of je e-mail adres. En vice versa.
Akosombo voelde voor ons als een communistisch dorp met een ernstig kapitalistische inslag inclusief een "Big Brother is watching you" - gevoel.
Op de vraag of we van het zwembad gebruik konden maken zei de receptionist van een hotel ons, terwijl hij diep nadacht: "That is very very very possible". Hij moest er zelf ook hard om lachen.
Tijdens ons lange weekend weg met de familie hebben we drie (1 uit Finland en 2 uit Nederland) geneeskundestudenten geholpen met medische problemen, te weten insectenbeten en mogelijk Dengue. Op het strand en aan de bar hebben we consult staan houden en ze voorzien van medicatie uit onze reisapotheek. En een advies naar het ziekenhuis te gaan.

En, oh ja, hoe vaak we het woord Obruni (witte of blanke) hebben gehoord, is niet meer te
tellen. Ik (Mieke) heb me nog nooit zo blank gevoeld als daar.

We hadden gemiddeld 50 pageviews per dag. Een totaal van bijna 3000 (drieduizend!). Het was voor ons erg prettig dat er vanuit
Nederland en vanaf vakantiebestemmingen zo overvloedig werd meegelezen.

Allemaal bedankt voor het volgen!
Michelle & Mieke

zaterdag 20 augustus 2011

Vervoer

Reizen in Ghana kost veel tijd. Ook is het best gevaarlijk op de weg. Het advies van alle Ghanezen die we ontmoet hebben, is niet zelf te rijden, maar altijd te zorgen voor een chauffeur, iemand die weet welke verkeersregels allemaal niet toegepast worden en bekend is met het gedrag op de weg. Dat kan de bestuurder van de trotro zijn, die van een taxi of een privé chauffeur. Ook zijn de wegen slecht, veel gaten en soms niet eens asfalt. In Akosombo hebben we de beste wegen gezien, maar dat is ook een rijke stad. We schrikken regelmatig van het willekeurig rechts en links inhalen, veel te hard rijden en de kris kras overstekende voetgangers. Er wordt ook de hele tijd getoeterd. Waarom precies, weten we nog niet. Het kan gaan om mensen langs de kant te waarschuwen dat ze langs komen (voor de veiligheid), of om te zien of iemand van hun diensten gebruik wil maken (taxi), maar soms ook zomaar, zonder aanwijsbare reden (zenuwtik? gewoonte?).
Men neemt hier voorrang, soms met vervelende gevolgen, zoals we deze week meemaakten. Met de taxi reden we van Accra naar Kasoa, waar de privé kliniek is. Na een tolpoortje net buiten de hoofdstad, bij een wegversmalling, stond een vrachtwagen klaar om in te voegen. Enkele auto’s voor ons gaven geen voorrang en de bijrijder van de vrachtwagen zat vanuit zijn raam druk te gebaren om er tussen te kunnen. Toen we er met de taxi naast stonden, ging de vrachtwagen ineens rijden. De taxi werd opzij geschoven! Geschrokken hoorden we een flinke klap en een krakend geluid. De enorme kiepwagen had het hele achterspatbord en zijkant aan gort gereden. Gelukkig reed de taxi nog en de jongeman stuurde met trillende handen zijn auto naar de kant van de weg. De vrachtwagen probeerde door te rijden, dus hij sprong uit de auto om de politie te roepen. Een agent rende met hem mee en samen hielden ze de vrachtwagen aan. Uit de cabine sprongen drie mannen en er volgde een flinke woordenwisseling, waarbij Michelle de politie agent vertelde wat er was gebeurd en dat het wat ons betreft opzet van de vrachtwagenchauffeur was. Onze taxichauffeur ging de schade bekijken, voelde eraan en haalde zijn wijsvinger flink open aan een stuk metaal. Je zag hem kijken: “ook dat nog!”. Gelukkig hadden we onze goedgevulde visitetas bij en zo stonden we, met een leuk publiek langs de kant van de weg, even later de verwonding van de jongeman te verbinden. Michelle haar broek zat onder de bloedspetters en het eerste - doorweekte - verband werd door de jongen gewoon op straat geflikkerd (dat is ook zo’n tik die mensen hier hebben, alles gewoon op straat gooien). Na 45 minuten had de vrachtwagenchauffeur de eigenaar van de taxi aan de lijn om een en ander af te handelen en konden wij onze weg vervolgen. De jonge taxi-driver ging nog vaker toeteren het laatste stuk, van de zenuwen vermoeden we.
Bij een ander tolpoortje werd Mieke eerst door een verkoopster op haar arm geklopt, waarna die vrouw dat bij Michelle ook deed. Michelle vroeg haar dat te laten, waarop de vrouw echt heel agressief werd, ze trok Michelle aan haar arm via het raam van Mieke. De vrouw begon te schelden, heel gezellig! Gelukkig reden we snel door. Het grootste gedeelte van de tijd reizen we veilig en komen we vriendelijke en behulpzame mensen tegen. Het echte nadeel is de hoeveelheid tijd die gaat zitten in het van A naar B gaan. Van Accra naar Buduburam en terug kostte ons 6 uur. Het refugee camp lag 22 mijl van de plek waar we verbleven, tel uit je winst! Als je iemand vraagt hoe laat de bus komt of wanneer je zal vertrekken, zegt men: “soon” of “in a few minutes”. Dan kunnen we nu al bedenken dat ze eigenlijk niet weten wanneer en dat het best wel eens een paar uur kan duren. Een opvallend feit is dat we slechts 4 vrouwelijke bestuurders hebben gezien de afgelopen weken. En dat betrof privé auto’s, in de trotro of taxi zie je ze helemaal niet achter het stuur zitten. Ook moest een taxichauffeur heel hard lachen toen Michelle hem vertelde dat ze een Nissan Micra reed net als hij. Hij geloofde niet dat ze zelf een rijbewijs had. Toch raar in een wereldstad als Accra.

dinsdag 16 augustus 2011

Respect


Tijdens de Ramadan; de dames voelden zich niet helemaal lekker.
In de wachtkamer van de St. Gregory's.
Ze werd met natte kleren terug naar bed gestuurd.
De marktmensen worden op billboards aangemoedigd belasting te betalen,
zodat de stad de markt kan opknappen. De markt begint dus achter het hek.
Moeder met kindje in de hal bij de spoedeisende hulp van St. Gregory's.

Middagprogramma

Het is een hele onderneming om van Kasoa naar Buduburam te reizen. Vanaf het Galilea hospital, dat een eindje van de mainroad af ligt, is het een paar minuten lopen naar de eerste bushalte. Echter, vanaf daar rijden geen trotro's naar Buduburam. Dus, na 15 keer vragen, besloten we naar het centrum van Kasoa te lopen. Langs de snelweg een wandeling van 45 minuten. Bij de markt (echt een hele smerige plek - zie foto) kun je een trotro nemen naar Buduburam. Althans dat vertelde men ons. Na een tijdje een van de vele tientallen trotro's afgevraagd te hebben waar ze naar toe gaan, nemen we nu maar een taxi vanaf de markt. Dat gaat iets sneller. Veel trotro's rijden namelijk de hele dag rondjes langs een bepaalde route en je moet maar net de juiste treffen.
Buduburam is de naam van het vluchtelingenkamp, maar met 42.000 bewoners, kun je gerust zeggen dat het een stad is. Zodra je het kamp nadert, wijzen alleen de borden van de UNHCR en de het bord bij de toegangspoort je erop dat het daadwerkelijk een opvangkamp is. We hebben nog maar een klein deel gezien; overal zijn huisjes en winkeltje en er lijkt een soort permanente markt langs de kanten van de weg te zijn, zoals gewoon in Ghana. De beheerder van het kamp heeft zijn handen vol aan alle dingen die hier iedere dag gebeuren. Hij is een soort COA locatiemanager/ burgemeester, zijn functietitel is disaster manager. Met een officier van de de politie en hem spraken we over de dagelijkse problemen in het kamp. Ze vertelden dat tot voor kort het geweld tegen vrouwen frequent voor kwam. Ze zijn hier speciaal tegen op gaan treden. Pas toen de politie tegen de mannen die geweldadig tegen (hun) vrouwen waren ging zeggen dat als ze nog een keer gepakt zouden worden ze ze zouden vermoorden, kwam er een flinke daling. Met posters worden de vrouwen aangemoedigd zich uit te spreken tegen geweld en hulp te zoeken als het gebeurt. We zagen ook posters waarop mannen die geweld tegen vrouwen gebruiken als losers worden afgebeeld.
Het gebouw van de St. Gregory Catholic Clinic is geschonken door UNHCR en wordt door een organisatie die Point Hope heet draaiende gehouden. Er zijn twee artsen en drie verpleegkundigen in vaste dienst, de rest van het personeel wordt op en af vanuit de verzekering, allerlei fondsen en donaties betaald.
Ook hier is een Out Patient Department en de kliniek heeft 24 uur per dag volle wachtkamers. In principe zijn alle Liberyanen in het kamp verzekerd, ze betalen premie. De meeste mensen hebben ervoor gekozen in Ghana te blijven en drijven handel met hun thuisland. Als ze niet verzekerd zijn, worden ze geholpen (basiszorg), dan moeten ze wel iedere keer dat ze komen 5 Cedi betalen.
Afgelopen vrijdag waren we op een arts aan het wachten in de gang bij de spoedeisende hulp. Er stond een meisje van een jaar of 14 dat ons met een meewarrige blik aankeek midden in het pad. Op het moment dat we haar wilden aanspreken, zagen we haar plas langs haar benen naar beneden lopen. Terwijl zich rond haar blote voeten een grote vlek urine vormde, liepen verpleegkundigen langs zonder zich om haar te bekommeren. Geschokt vroegen we haar of ze Engels sprak en wat er aan de hand was. Ze had uren gevraagd of iemand haar naar het toilet kon brengen, maar telkens werd haar gezegd geduld te hebben. Hierop spraken we een langslopende verpleegkundige aan hier iets aan te doen. Ze commandeerde de jonge meid weer terug in haar bed te gaan liggen. Wat een vernedering! Ook andere patienten reageerden verontwaardigd (gelukkig). De poster in de gang waarop staat dat patienten met respect bejegend moeten worden, kreeg wel even een ander smaakje wat ons betreft.

Diagnose malaria?

De ziekenhuisadministratie met daarin de patienten en de gestelde diagnose (een soort ICPC).
Op alle bladzijdes (zo'n 100) overheest de diagnose malaria.

Uitleg over laboratoriumdiagnostiek van malaria.

maandag 15 augustus 2011

Ochtendprogramma

's Ochtend lopen we mee in de prive kliniek. De eerste ochtend ontmoetten we de medical assistant, die vanaf het begin daar werkzaam is.

Het trapje is als volgt:

verpleegkundige;
medical assistant (MA);
bachelor physician assistant;
master physician assistant;
arts.

De medical assistant lijkt het meest op een nurse practitioner als je kijkt naar de werkzaamheden. Na een opleiding van anderhalf jaar na verpleegkunde, worden de medical assistants vooral in rurale gebieden ingezet. Hij of zij kan een arts bellen indien nodig.

De MA doet 's ochtends de ward rounds en houdt daarna het inloopspreekuur. Er kan doorverwezen worden naar de specialist, waarvan sommige (net als de gynaecoloog) de kliniek ergens gedurende de week bezoeken. Of de patient gaat zelf naar een andere kliniek.

Dit weekend zijn er 4 patienten 's avonds en 's nachts opgenomen, waarvan 3 met mogelijk malaria. In gebieden waar malaria veel voorkomt, ga je bij koorts uit van malaria, tot het tegendeel bewezen is. Er wordt dus onmiddelijk een behandeling opgestart (vaak zonder aanwezigheid van een arts door de verpleegkundige). Mogelijkheden voor diagnostiek zijn vaak beperkt in de tropen, waardoor meestal (de goedkopere) behandeling wordt opgestart. Men denkt hier niet snel aan een andere diagnose, tot dat blijkt dat de malariabehandeling niet aanslaat.
In het Galilea hospital is een mooi lab, waar we uitleg hebben gekregen over de malaria diagnostiek en we hebben les gehad met behulp van de microscoop. We zagen cikkelcelanemie, urineweginfectie en diarree.

De verpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor de vital signs (bloeddruk, ademhaling, pols en temperatuur). Ze meten netjes op tijd volgens afspraak. Echter als er iets verandert, zoals bijvoorbeeld bij een patient waarbij de bloeddruk plots flink daalde en de polsslag versnelde, melden ze dat niet. Dus twee uur nadat de verandering inzette (en doorzette), moest de MA dat zelf terug zien op papier. Dit was niet de eerste keer dat we dat meemaakte. Verontrustend als je bedenkt dat er 's nachts geen arts of MA aanwezig is.

Er wordt sowieso snel behandeld, voor het geval dat. Of misschien om inkomsten te hebben, dat is ons niet helemaal duidelijk. Iemand die bij ons met simpele uitwendige vaginale schimmelinfectie komt, krijgt een zalf en advies mee naar huis. Hier kreeg een patiente een over-the-top 'optimale' behandeling, namelijk tabletten, zalf en eenmalige intraveneuze (een infuus, dus) toediening van antibiotica. Advies kreeg ze niet, slecht een gepeperde rekening.

zondag 14 augustus 2011

Arbeidsethos

In het Galilea Private Hospital hebben we een ochtend meegedraaid met de gynaecoloog. Hij komt op zaterdagochtend om echo’s te maken. Het zijn patiënten die door de week op het inloopspreekuur zijn geweest en dan naar hem doorgestuurd worden. Ook kunnen er zwangere vrouwen tussen zitten die voor een termijnecho komen. De ultra sound machine is van het ziekenhuis. De jonge arts vertelde ons dat hij geen echoscopist is en dat de apparatuur net niet precies genoeg is om bijzondere aandoeningen te ontdekken (zoals Down syndroom), dus hiervoor wordt men doorverwijzen naar teaching hospitals, die beter voorzien zijn. De gynaecoloog is ook gespecialiseerd in fertiliteit en heeft opleidingen genoten in Amerika en zelfs België.
Wat ons ook al was opgevallen in het ziekenhuis in Akosombo, is dat als een patiënt nog binnen zit en de arts het gesprek afrond, de volgende al binnen wordt geroepen door de verpleegkundige. Over privacy gesproken! Ook komen de hele dag te pas en te onpas mensen in en uit de spreekkamers lopen. Wij raken er maar niet aan gewend, er wordt vaak niet eens geklopt. Helemaal duidelijk waarom ze binnen komen wordt het meestal niet, we verstaan niet alles, er wordt namelijk net zo vaak Twi gesproken als Engels.
Alle artsen hebben in hun spreekkamer een verpleegkundige zitten (en niet alleen bij gynaecologie, waar je dat zou kunnen verwachten). Ze doen uiteenlopende dingen in de spreekkamer, soms vertalen ze omdat de arts het plaatselijk dialect niet spreekt, vaak zitten ze de financiële administratie bij te werken (een soort DBC), of ze dirigeren de patiënt naar hun plek of de behandeltafel op. En, alsof er hier al niet genoeg hiërarchie is, serveert ze (nog geen mannelijke verpleegkundige gezien) ook nog eens zijn (we hebben maar een vrouwelijke arts ontmoet) ontbijt of lunch uit in de consulting room tijdens een consult.

We hebben interessante casuïstiek langs zien komen die echo-ochtend. De arts legde ons heel veel uit en nam daar uitgebreid te tijd voor. Aan het einde vertelde hij zelfs waarom hij een wit envelopje in zijn handen geduwd kreeg van een medewerker van het ziekenhuis. Dat was zijn gage van die ochtend; de vrouwen betalen 15 Cedi (7,50 euro) voor de echo. Een deel is voor het ziekenhuis en een deel voor hem als behandelaar. Omdat 15 Cedi een behoorlijk bedrag is (een automonteur verdiend bv. 100 Cedi per maand), kon je dat terug zien in de wachtkamer. Er zaten vooral chique vrouwen met mooie kleren.

De gezondheidzorg is hier, wat ons betreft, heel inefficiënt geregeld. Met verbazing hebben we gekeken naar de enorme hoeveelheid mensen die aan het werk zijn. Nou ja, aan het werk... Als er een iemand aan de balie een patiënt te woord staat, staan er altijd minstens 4 mensen (in uniform)  omheen, die niets doen. Zelfs als er genoeg werk ligt: rotzooi, bedden die opgedekt kunnen worden of een overvolle wachtkamer. Het heeft ook te maken met gelaagdheid, ieder heeft zijn of haar eigen kleine deeltaakje. En je gaat niet doen wat een ander hoort te doen.
Een gedreven Ghanese jongeman deelde zijn mening hierover met ons. Met een strenge blik in zijn ogen zei hij dat Ghana veel sneller vooruit zou gaan als men op een achturige werkdag niet twee, maar op z’n minst vier uur zou werken in plaats van rondhangen of slapen.

vrijdag 12 augustus 2011

Slapen in het ziekenhuis

Deze week zijn we verhuisd naar onze nieuwe stek. We hadden een tijdelijk verblijf in Accra (de hoofstad van Ghana) van twee dagen in een soort pension op de rotsen aan de Oceaan - Golf van Benin. Prachtig uitzicht, heerlijk eten en afschuwelijk sanitair. Het toilet en douche deelden we met 12 andere mensen. Echt te smerig en amper water uit de kraan, dus inzepen en handje voor handje met water afspoelen.
Tijdens deze dagen hebben we het Buduburam Liberyan refugee camp bezocht ter kennismaking en zijn we met dr. Ben op stap geweest om allerlei mensen te ontmoeten. Maar het belangrijkste: onze slaapplek voor de laatste anderhalve week van ons co-schap. En wat voor een plek: we vinden dit onderkomen het meest toepasselijk. We slapen namelijk samen in een twee persoons ziekenhuiskamer van een gloednieuwe prive kliniek. De kliniek is van vrienden van dr. Ben en ze zitten te wachten tot de accreditatie voor de National Health Insurance rond is, zodat iedereen die verzekerd is, kan komen. De patienten die nu komen, moeten alles zelf betalen. Dit is het mooiste ziekenhuis dat we hier in Ghana hebben gezien. Het echtpaar heeft jaren in de UK gestudeerd en het ziekenhuis lijkt op een Italiaanse villa, met prachtig versierde plafonds en mooi tegelwerk. Er is een modern laboratorium met een medewerker, een goed geoutilleerde operatiekamer, een verloskamer, drie spreekkamers, een apotheek, een administratie en centraal in de hal een ruime wachtkamer met (uiteraard) een tv, waarop de hele dag een soap.
Zowel op de benedenverdieping als boven, zijn luxe patientenkamers met douche en toilet. Wij zijn de eerste bewoners op de bovenverdieping, wat een eer!
De kliniek is 24 uur per dag open, dus er zijn in elk geval altijd verpleegkundigen en een arts vlakbij. En nu zijn wij dus ook aanspreekbaar 's nachts als er een medicus nodig is.

's Ochtends draaien we hier mee inloopspreekuur en 's middags gaan we naar Buduburam om daar in de kliniek binnen het kamp spreekuur te draaien. Ook zij zijn 24 uur per dag open, maar het is een stuk drukker daar. Er wonen zo'n 42.000 Liberianen in dat vluchtelingenkamp. Om 2 uur 's middags is de vroege dienst afgelopen. De wachtkamers zitten dan nog bomvol en de inloopspreekuren gaan door tot 21 u 's avonds.

Zeker voor onze collegae voor het Gezondheidscentrum Asielzoekers zullen we nog uitgebreid hierop terugkomen.

dinsdag 9 augustus 2011

Foto's bij reis in trotro

Van bovenaf, vanaf de achterbank gefotografeerd.
Een geit in de achterbak!


Dat is nog eens flink pech hebben.

Dieren en politiegeweld

Vanochtend zijn we vertrokken vanuit Akosombo naar Accra. We zullen hier twee dagen verblijven voor we (zo'n 20 km buiten de stad) naar het Liberyan Refugee Camp in de plaats Buduburam gaan. We hebben dus afscheid genomen van het ziekenhuis.
Op de markt in Akosombo stonden we op de bus te wachten. Omdat het lang of kort kan duren, wachten is een van de compenties die we hier prima onder de knie hebben gekregen, stonden we een beetje rond te kijken naast onze koffers. Er kwam een grote 4-weel drive aanrijden met achterin (zo leek) een labrador. Toen de deur openging, bleek het een blatende geit te zijn. We moesten erg lachen, dat die achterin de auto zat. Het werd nog leuker! Er werd een kaartje gekocht aan het bureautje dat midden op het marktplein staat. De geit zou met ons mee naar Accra reizen... Maar de trotro (bus), die ondertussen was gearriveerd, zat al vol, ook de achterklep met bagage. Er werden wat koffers herschikt, wij moesten een tas op schoot nemen en voila, de geit paste net naast een koffer in de achterbak. Een vrouwelijke passagier ging zich beklagen over eventuele urine en poep die uit de geit zouden kunnen vallen, dus er werd weer met koffers geschoven. Uiteindelijk zat de geit naast Mieke haar hardtop koffer (zie foto).
Tijdens de rit spraken we met de jongeman die de geit begeleidde. Aanstaande zaterdag is een feest om de voorouders te eren in Ghana, dat wordt hier overal gevierd met het offeren van een geit (aha). Omdat hij - de jongen, niet de geit - net is afgestudeerd aan de Universiteit in Accra en nog geen werk had als accountant, was hij door zijn familie naar Akosombo gestuurd om de geit te kopen (in Accra was het te duur). Hij liet ons de vergunning zien die de dierenarts had afgegeven voor het vervoer. Wij vertelden hem dat vee in Nederland zo niet vervoerd wordt. Bij het uitstappen in Accra, plaste de geit (opgelucht) de hele stoep onder. We zagen de vriendelijke jongeman met zijn geit in een taxi stappen (hiervan hebben we helaas geen foto).
Onderweg van Akosombo naar Accra kwamen we nog een bus met pech tegen, dit beeld wilden we jullie niet onthouden (zie foto).
De net afgestudeerde accountant hielp ons aan een taxi voor een keurige prijs naar ons volgende onderkomen. Na het instappen, maakte de taxi chauffeur een draai op de weg. Michelle zag een politieagent druk gebaren naar de taxi. De chauffeur zei dat er niets aan de hand was. Echter toen we 500 meter verderop bij een stoplicht stopten, werd de deur van de passagierszitting waar Michelle zat, opengetrokken door de politieagent. Hij schreeuwde: "get down!". Hij schreeuwde nog een keer: "get down!", terwijl hij Michelle indringend aankeek en druk gebaarde. Vanaf de achterbank, waar Mieke zat, zag het er mogelijk nog heftiger uit. Michelle vroeg waarom en bleef zitten (want ze had toch niets gedaan en we gingen zeker geen geld betalen!!). Hij schreeuwde steeds harder en ondertussen stond er ook aan de andere kant van de auto een gewapende politieagent. Toen zei hij dat Michelle onmiddelijk op de achterbank bij Mieke moest gaan zitten, omdat de chauffeur gearresteerd was.
Onder begeleiding van een rennende agent met wapen (tjeez!) naast de auto, een kwade agent voorin en heel veel publiek langs de kant van de weg, reden we de 500 meter terug naar de taxi standplaats, waar we alsof er niets was gebeurd in een andere taxi werden gezet met onze bagage. Voordat de eerste taxichauffeur werd afgevoerd, kon hij aan de tweede nog uitleggen waar we naar toe moesten. Met de adrenaline in ons lijf reden we naar ons nieuwe verblijf. Waar we met een wit wijntje hebben gevierd dat we veilig zijn aangekomen.

zaterdag 6 augustus 2011

Chirurgie

De arts-assistent chirurgie is een grote kale Ghanese jongeman, zowel in de lengte als in de breedte behoorlijk fors. Op het eerste gezicht komt hij nors over. Wat ons ook op was gevallen is dat hij een snelle manier van doen heeft, eigenlijk heel on-Ghanees. Toen bleek dat hij een deel van zijn opleiding in Amerika heeft gedaan, begrepen we waar dat vandaan kwam. Bijzonder is dat je dat bij hem niet aan zijn Engels accent kunt horen, zoals bij andere jonge artsen hier in het ziekenhuis, die ook de oceaan over zijn gegaan voor hun studie.
Na een paar keer met hem op pad te zijn gegaan in het ziekenhuis, bleek dat hij wel een nors voorkomen heeft, maar dat wij hem verreweg de beste opleider in het ziekenhuis vinden. Hij legt veel uit, is constant bereid vragen te beantwoorden en test ook onze kennis en die van bachelor physician assistant die meeloopt bij chirurgie. Verder vindt hij het normaal ons (zonder dat we het hoeven te vragen) ook het lichamelijk onderzoek te laten doen.
Vanuit chirurgie wordt er alleen meegelopen bij de ward rounds ’s ochtends als er specifieke casuïstiek is. En er is regelmatig vraag naar ondersteuning door chirurgie op de spoedeisende hulp.
In de operatiekamer hebben wij wel verbaasd meegekeken naar de gang van zaken. Er is een anesthesist en een anesthesie-assistent, verder de specialist, drie ok-assistenten en dan zijn er nog zo’n 5-7 mensen waarvan wij niet weten wat hun taak is. Ze staan langs de kant van de ruimte en pakken soms (willekeurig) spullen en lopen constant in en uit het theatre door de klapdeuren naar de gang. Verder doet onze kale arts-assistent zijn ok-mutsje net iets te hoog op zijn hoofd, waardoor een vergelijk met zwarte piet ons voor ogen kwam (zeker geen belediging! een feit).
Iedere dag van de week heeft een vaste specialist recht op de o.k., er is ook ruimte ingepland voor spoedoperaties. Bijvoorbeeld op woensdagochtend kan de gynaecologe haar gang gaan, op vrijdag de oogarts en op zaterdag komen er orthopeden vanuit een ander ziekenhuis voor behandeling van patiënten van het VRA Hospital.
Waar we met opgetrokken wenkbrauwen naar hebben gekeken is dat de specialisten handelingen verrichten in de ok, die zoals wij gewend zijn in Nederland  door de ok-assistenten gedaan worden.
Het mooiste item in de operatiekamer vinden we de ok-lamp: het is een oranje exemplaar uit de jaren zeventig en hij doet het prima.

woensdag 3 augustus 2011

Op pad

Bijzonder leuk!
Copyright: Nanou Verzellenberg, 2011
Woeste golven, dappere familie en Kenneth in het water.

Ons relaxte uitzicht vanaf de ontbijttafel.

Weefgetouwen.

Van links naar rechts: Mieke, Frederique, Christian, Kenneth,
Michelle, Michiel, Pepijn & Nanou.
Obruni betekent blanke.

Erg spannend, de canopy walk. But: we did it!

Even ontspannen

De laatste negen kilometer van de weg naar ons weekendverblijf leken nergens naar toe te gaan. In het donker zagen we alleen maar oerwoud langs de kant van de weg en in de koplampen zagen we een bruin oranje zandpad. Na een rit van tien uur zouden we er dus schijnbaar nooit gaan komen. Onze Ghanese chauffeur leek op een 4 wheel driver, terwijl hij in werkelijkheid het stuur van een Nissan busje in zijn handen had. We stuiterden door de bus. Op internet hadden we recensies gelezen van bezoekers waarin stond dat ze er in plaats van drie dagen drie weken waren gebleven. Nu twijfelden we of dat niet kwam omdat de bewoonde wereld zo ver weg is.
Tijdens de plaspauze onderweg, kwamen we geen apen (zoals we hoopten) tegen, maar zagen we vuurvliegjes boven ons. Wow! Dat was echt te gek! Enthousiast zocht iedereen de knipperende gloeiende spikkeltjes tegen de spectaculaire sterrenhemel.
Met de familie, die is gearriveerd, zijn we vrijdagochtend vertrokken voor een lang weekend weg met z’n allen, voordat wij weer aan het werk gaan. Omdat we in het donker aankwamen bij de Green Turtle Lodge, waren we bij licht de volgende ochtend aangenaam verrast door onze omgeving. Het ecologisch verantwoorde verblijf met beschermd eierleg-strand voor schildpadden ligt aan een tropisch strand met woeste golven, met overlopend in de groene vegetatie enkele lodges en een slaapzaal. De verse kokosnoot uit een boom op dat strand, die Kenneth (onze chauffeur en vriend) voor ons opende, maakte het plaatje compleet. De plek zit zo’n 100 kilometer van Ivoorkust af. Ontbijt, lunch en diner kunnen besteld worden aan de bar onder het  palmbladerenafdak en eten doe je aan een van de tafels die her en der in het zand staan. Zo ontzettend relaxt! In Ghana valt de zon tussen 18 – 18.30 weg, je zit dan binnen mum van tijd in het donker. Maar geen nood, dan komt er toch gewoon iemand een olielampje op tafel zetten.
Om nog eens te benadrukken hoe ver we van de bewoonde wereld zaten, bleek dat we geen bereik hadden met onze mobiele telefoons. En zelfs hier (in de rest van Ghana) is voor zover wij hebben kunnen vaststellen overal goed bereik. Alle idyllische plaatjes van vrouwen met kinderen achterop hun rug of mensen met grote hoeveelheden spullen op hun hoofd worden enigszins verstoord door de al om aanwezigheid van bellende of internettende mensen. Ook in de meest armoedige dorpen.
Na de Turtle Lodge zijn we doorgereisd naar een hotel vlakbij Cape Coast. Bij het hotel kon je eten aan het water, waarin veel vissen en krokodillen zaten. Op zondag zijn we naar Kakum National Parc geweest. Hoewel er veel dieren, waaronder 219 olifanten, moeten zijn, hebben we er geen een kunnen spotten. De groep waarmee we met een gids op pad gingen was ook erg groot, niet alleen veel Japanse en Amerikaanse, maar ook Ghanese toeristen en er werd veel herrie gemaakt. Het mooiste stuk van de tocht is een touwbrug wandeling door en over de toppen van de bomen. Wij (M&M) namen de meeste korte route, vanwege hoogtevrees. Mogelijk dat we onszelf hiermee ook een kans ontnamen beneden op de grond dieren te spotten. In ieder geval vonden we onszelf erg dapper!  Zie de foto voor het bewijs.
Op maandag zijn we op weg naar huis naar een apenheiligdom geweest. Dat was volgens de kinderen het hoogtepunt van de trip. Onder aanmoediging van de gids konden we de apen bananen uit onze handen laten eten. Echt helemaal te gek om ergens midden in de jungle apen naar je toe te lokken. Ze kwamen over ons heen aanvliegen vanuit de bomen.
Daarna zijn we aan het eind van de middag naar een dorp geweest waar de meest traditionele weefkunst van Ghana nog wordt bedreven. Ook daar hebben we mooie dingen gezien, die we graag met jullie willen delen (dus zie de foto’s). En na dit intensieve weekend zijn we moe en voldaan weer naar ons guesthouse in Akosombo teruggekeerd.

vrijdag 29 juli 2011

Op de boot en 3M

"Pro-actief" noemde dr. Ben ons. Wij zeggen: bedankt 3M.
Dr. Ben en zijn vrouw Mercy op Dodi eiland.

Zo werden we welkom geheten op Dodi eiland, met muziek en dans.

Boten

Van dr. Ben hebben we te horen gekregen dat de tocht met de Medical Boat van het ziekenhuis niet door gaat, omdat de boot op het droge ligt vanwege reparaties. Een alternatief zou kunnen zijn dat we een week langer in het ziekenhuis blijven, bij chirurgie. Maar dr. Ben had ook bedacht dat we dan een week met hem en de directeur van een kliniek uit de buurt op een boot kleine medische centra zouden kunnen bezoeken om te zien hoe men daar werkt. Na overleg hebben we  besloten dat we liever lekker aan het werk gaan, dan toekijken hoe anderen werken.
Met Dr. Ben, zijn vrouw en hun privé chauffeur Kenneth hebben we een cruise van een dag op de MV Dodi Princess gemaakt. Zij hadden ons hiervoor uitgenodigd. De boot lijkt op de veerboot van Harlingen naar Vlieland, maar dan met zwembad, bar-b-que, hele luide muziek en veel swingende mensen. Vooral de rijkere Ghanezen en Amerikaans toeristen zijn aan boord. In ruim 5 uur vaar je naar Dodi eiland (ook eigendom van de Volta River Authority) en terug.
De vrouw van dr. Ben, Mercy, woont de helft van het jaar in London en is heel westers. We hebben erg met haar gelachen, want ze snapt de verschillen in cultuur erg goed. Zo rook ze toen we ons bord vol gebarbequede kip hadden, aan haar eten. Dr. Ben vond dat echt niet kunnen in het openbaar, want dat is een belediging voor de kok in de Ghanese cultuur. In London en Nederland kan dat natuurlijk gewoon.
Hun hele familie is wel internationaal georiënteerd, want hun vier kinderen studeren ook in het buitenland (China, Amerika, U.K.) en dr. Ben studeerde bijvoorbeeld meer dan 10 jaar in Rusland en werkte zelfs 3 jaar in Rotterdam.

Tijdens deze ontmoeting hebben we dr. Ben ook de donatie, die we voor we vertrokken van 3M hadden gekregen, overhandigd. Na een mailtje van ons aan 3M voor een bijdrage voor het Central University College in Tema, waar dr. Ben directeur van de gezondheidsstudies is en hoofd van het departement van de physician assistantopleiding, werd dat aan ons toegestuurd. We kregen vijf gloednieuwe Littmann stethscopen van hen. Dr. Ben gaat zorgen dat ze in de skillslabs van de school terecht komen. 3M, nogmaals bedankt!

Op de boottocht hebben we ook Kenneth, de privé chauffeur van dr. Ben’s vrouw ontmoet. Een hele vriendelijke, slimme jongeman, die eigenlijk automonteur is. Als Mercy in Ghana is, rijdt hij haar altijd rond. Het verkeer in Ghana is echt anders (lees: gevaarlijker). De regels worden met voeten getreden en veel wegen zijn slecht. Hier in Akosombo is dat niet zo, maar dit is een rijke stad.
Voor onze weekendtrip met de familie (die ondertussen is gearriveerd) stelde Mercy voor dat we Kenneth zouden vragen voor ons te rijden. En dat wilde hij wel. Over trip later meer.

woensdag 27 juli 2011

Kantine foto's

Aan het ontbijt. Dit is het enige tafeltje met een heel kleed.
Het is uit Holland geimporteerde Engelse aardbeienjam.

Lekker op Ghanese wijze met de handen kliederen.

Lucht van het mortuarium?

Ontbijt, lunch en diner zijn voor ons geregeld door dr. Ben. Voor de schappelijke prijs van 8 Cedi per dag totaal kunnen we drie maaltijden nuttigen in de kantine cq. restaurant van het ziekenhuis.
Als je de deur naar de ruimte open doet, moet je eigenlijk ongeveer een minuut je adem in houden of niet door je neus ademen vanwege een enorme penetrante lucht. Het ruikt er naar bijna dode mensen. Omdat het mortuarium achter de kantine is, denken wij dat daar de lucht vandaan komt. Deze theorie wankelt een beetje, want we roken ‘m ook al op 2 toiletten buiten het ziekenhuis en in een restaurant. Na een korte periode in die lucht, ruiken we m dus niet meer.
De kantine is een ruimte van ongeveer 8 x 5 meter met daarin een balie met vitrinekast met snoepjes, toiletpapier en tandpasta. Verder staan er zes vier-persoons tafels met gammele klapstoelen en plastic kleedjes, sommige onderdelen wat meer versleten dan de andere.
Voordat je kan eten, moet je je handen wassen met een groene zeep uit een Dreftfles, die naar kokos ruikt. En, zoals het bordje boven de kraan zegt: je mag niet je mond wassen aan de kraan/boven de wasbak. 
Na deze plichtpleging, kunnen  we gaan zitten en dan wordt ons eten gebracht, zoals we al eerder hadden verteld. Soms worden Ghanese mensen van een tafel ‘verjaagd’, zodat wij kunnen zitten. Zij moeten dan aan schuiven bij ander personeel uit het ziekenhuis. We vallen natuurlijk wel erg op hier…
Die ruimte waarin we eten is een wereld op zich. We maken er van alles mee. Zo zagen we al twee keer iemand bijna stikken in de graten die hier overvloedig in de vis zitten. Net voor we op wilden staan om een Heimlich-manoeuvre toe te passen, want verder niemand keek op van de naar adem snakkende personen, kwam het op Ghana Magic wijze weer goed.
Vanaf de typisch Ghanese (maar Made in China) plastic soepkommen staren ons regelmatig doffe vissenogen en naar lucht happende vissenbekken aan; gelukkig niet van onze tafel. Ons lunch- en dinermenu bestaat meestal uit rijst (Jollof rice, fried rice of plain rice) met kip. Al het vaste personeel krijgt in plaats van rijst meestal Banku of FuFu, wat gemaakt is van koolhydraatrijke gestampte/ gepureerde cassave. Er wordt dus rekening gehouden met onze Westerse afkomst.
Op vrijdag is de dag van het extraatje, dan krijgen we een gekookt ei. Dat is een welkome variatie op ons verder zeer voorspelbare ontbijt met brood, jam, koffie of thee. Zelfs de boter moeten we er nog steeds iedere dag bij vragen.
Soms eten we ons avondeten buiten de deur om te kunnen genieten van de al het lekkere dat Ghana te bieden heeft. We hebben al een paar leuke eettentjes ontdekt.

maandag 25 juli 2011

Protocollen zichtbaar gemaakt

Als we honger hebben, wijst het bord ons naar de Canteen.
Controle van de voortgang van een bevalling.
Als je het even niet meer weet tijdens een bevalling,
kan je altijd nog op de muur kijken.
Die bruine vlekken zijn pleisters/wijzigingen...

Nachtdienst

Dit weekend hebben we twee nachtdiensten gedraaid met de arts assistent O&G. Het grootste gedeelte van de tijd was het erg rustig. Er waren twee vrouwen die flink weeen hadden, maar we hebben de bevalling hiervan niet meer meegemaakt. Wel hebben we kunnen oefenen met het bepalen van de ontsluiting en de grootte en de ligging van het kind in de buik, dat was nieuw voor ons. In de huisartsenpraktijk maak je dat tegenwoordig niet meer mee.
De moeders hebben hun kindjes allemaal in hun bed liggen. Soms moet je goed in het bed kijken of de vrouw die er ligt al is bevallen of dat ze nog zwanger is. De kindjes worden in een lakentje gevouwen dat op de hoogte van de borsten van de moeder ligt. Zo kunnen ze als ze honger hebben, meteen aanhappen. Het hoopje mens is dus niet altijd zichtbaar tussen de lakens van het bed en de nachtkleding van de mama's.

Een vrouw die al een dag weeen had, moest toch echt bijna gaan bevallen. Op de afdeling is een verloskamer, waar de verloskundigen van de afdeling de ongecompliceerde bevallingen doen. De vrouw vertelde aan de verloskundige dat ze na haar vorige bevalling voor controle naar het ziekenhuis ging en dat toen een van haar andere kinderen is verongelukt. Tijdens het oversteken werd ze aangereden en haar kindje overleed ter plekke. Het verhaal werd in Twi verteld en we zagen de verloskundige schrikken en de vrouw zachtjes huilen. De verloskundige vertaalde de treurige gebeurtenis voor ons. Heftig hoor.
Tijdens de controle zagen we een litteken op de buik van de vrouw, de verloskundige vroeg haar ernaar en ze zei dat ze een keizersnede had gehad bij haar eerste kind. Echter bleek naderhand dat ze er al twee had gehad en dat dat eigenlijk een contra indicatie was om normaal (vaginaal) te bevallen. En het ging helemaal niet goed met haar nu tijdens deze bevalling. Uiteindelijk moest de vrouw alsnog met spoed een keizersnede krijgen. Wat voor ons als studenten interessant was; het was bijzonder om bij te kunnen zijn. Helaas, voor de vrouw, kreeg ze een ernstige bloeding die bijna niet meer te stoppen was. Haar baarmoeder was gescheurd en moest helemaal verwijderd worden om haar te kunnen redden. Gelukkig was alles goed met haar kindje.
Om het bloedverlies aan te vullen kreeg ze een bloedtransfusie, 5 zakken. Het systeem is Ghana is als volgt: als je bloed krijgt, geef je bloed. De patienten worden er na de ingreep op aangesproken door de arts dat er bloed terug moet komen of dat ze er voor moeten betalen. Dan hoeft natuurlijk de patient geen bloed te geven, maar wel de familie. De patienten mogen pas weg als dat geregeld is. Ze zijn hier heel streng over.



zaterdag 23 juli 2011

Wandeling naar de markt

Dit zijn allemaal pepertjes én Michelle.

Na de markt op weg naar huis. Let op de scheve bomen.
Ons uitzicht, terwijl we naar benenden liepen.
Onderhandelen over de prijs van 3 verse pepertjes.
Dat zijn zakjes tomatepuree. Dat is onmisbaar in de Ghanese keuken.
Dit is niet de grootste lading die we iemand zagen dragen.

Lucky goat!

Vrijdagmiddag waren we vroeg klaar. Vanaf het ziekenhuis is het een korte wandeling bergafwaarts naar het centrum van Akosombo. Omdat we nu eens tijd hadden om naar de markt te gaan, lieten we die kans natuurlijk niet schieten.
Onderweg zagen we een geit, die de weg overstak, aangereden worden door een auto. Het was een enorme klap, we schrokken er heel erg van. Even leek de geit te gaan sterven, maar wonderbaarlijk genoeg, sprong hij na een klagende huil op en rende achter de rest van de kudde aan. Onze mond viel open. Een man, die beweerde ooit nog bij Ajax met Gullit gevoetbald te hebben, had het ook gezien en zei dat god er vandaag voor had gekozen de geit zijn leven terug te schenken. God wordt hier vaak aangehaald. Niet alleen mondeling maar ook schriftelijk. Op bijna elke winkel en de achterruiten van taxi's staan teksten als: "The Lord knows", "The devil is a liar" of "Jesus lives Beauty Salon" . We moeten vaak lachen om de creativiteit van deze teksten.
Van de wandeling van onze werkplek naar de markt hebben we foto's gemaakt. Kijk eens wat het hier mooi is.


Apothekersdagen

Op donderdagochtend wordt het overleg van de medische staf ingevuld door een spreker van buiten het ziekenhuis. Deze dag kwam een apotheker van Bayer HealthCare een gesponsord verhaal vertellen over vaginale infecties en een korte  geschiedenis van het voorbehoedsmiddel. In de powerpoint was een plaatje opgenomen over de staat van de erectie in de verschillende levensfasen. De jonge apotheker gaf lachend aan zich nog steeds in de meest gunstige fase te bevinden en hoopte daar nog even in te blijven.
De presentatie duurde meer dan een uur, wat een enorme druk op de rest van het programma legt de hele dag voor alle artsen. Maar, zonder ontbijt hoefden we het niet te stellen, want we kregen een warme snack (een soort hartige gevulde koek met rundvlees), een cakeje en een liter (!) pak ananassap zonder bekertje. Hierna werden we verwacht bij de Reproductive and Child Health Clinic. Er was onder andere een voorlichting voor zwangeren, die instructies kregen over wat te doen voor, tijdens en na de bevalling. Missy, de leuke O&G verpleegkundige van de FPD hield het praatje en hoewel het gedeeltelijk in Twi (wat hier veel wordt gesproken naast Engels) was, was het voor ons goed te volgen. Missy praat met haar hele lijf en ze had de hele tijd flink wat dames aan het lachen.

Op vrijdag was er na het ochtendoverleg de wekelijkse ward rounds voor alle medici. Ook deze keer gingen we met z'n elven op stap. Als physician assistants i.o. aan het werk binnen de asielzoekerszorg kregen we nu een flink portie tropengeneeskunde voorgeschoteld. We zagen twee patienten met sikkelcelanemie (dat alleen bij mensen met een donkere huidskleur voorkomt), die vanwege het koude weer (let wel, het is hier zo'n 28-30 graden Celcius...) een crisis hadden. Ook zagen we een aantal mensen met malaria. Er was een meisje van 5 met koortsstuipen waarvan men nog niet wist wat er precies aan de hand was, het zou malaria, meningitis of tetanus kunnen zijn. We zagen een 35 jarige patient met een psychiatrische aandoening en een flinke alcoholverslaving. Terwijl wij aan het bed stonden lag hij te slapen. De arts schudde hem wakker en vertelde erbij dat ze eens tijdens de ward rounds op advies van de verpleegkundige een man lieten slapen. Echter kwamen ze er later achter dat die man niet sliep, maar was overleden. Dat zou hem dus niet meer overkomen! Toen de alcoholische patient wakker was en rechtop ging zitten, trok hij afwezig het laken over zijn hoofd. De arts assistent, een wat oudere vriendelijke vrouw, vertelde dat hij stemmen hoorde. Binnenkort wordt hij overgeplaats naar een psychiatrisch ziekenhuis in Accra, want hier in de buurt zijn helaas geen faciliteiten voor mensen die psychische of psychiatrische hulp nodig hebben.
Ook kwamen we op een tweepersoonskamer bij een oude man met een open long TBC, die lekker lag te hoesten. Voor wie het niet weet open TBC is erg besmettelijk! Wij hadden de kans weer naar buiten te lopen, de jonge man die er naast lag niet.

Vrijdagmiddag stond er voor ons een kennismaking gepland met de ziekenhuisapotheek. Tijdens de rondleiding daar kregen we uitleg over hoe zij werken en bespraken we samen de verschillen met de Nederlandse situatie. Het team van de apotheek had net een training gehad hoe ze digitaal kunnen gaan werken. Nu wordt alles nog met de hand gedaan, zelfs de etiketten die op de doosjes gaan. Het enigste dat met de computer wordt geregistreerd is de uitgifte van antibiotica, ter controle of iemand niet te veel krijgt (want je kan resistent worden). Behalve op de administratie is dit de enige computer die we hier hebben gezien. Voor Petra, onze apotheker van het GC A in Eindhoven hebben we mooie foto's gemaakt.

De medici hier zijn superspecialisten in het gebruik van antibiotica (AB). Ze kunnen goed onderbouwen waarom bij een bepaalde infectie wordt gekozen voor een specifieke AB. Een van de artsen legde uit dat wij in het Westen meer kennis en kunde hebben op het gebied van chronische ziekten en dat zij meer weten van infecties. Of wij als Westerlingen zo gelukkig moeten zijn dat we alles weten van chronische ziekten... Tijdens de consulten op de OPD hebben we een paar keer bij kunnen dragen aan de juiste keuze in behandeling, want ook hier komen ziekten als diabetes en hoge bloeddruk steeds meer voor.





Contact

Uit allerlei bronnen bereiken ons steeds meer berichten dat jullie graag willen reageren op onze weblog, maar dat het niet lukt. We horen graag hoe het met jullie gaat en we willen ook wel feedback op onze avonturen (houdt ons scherp). Dus, mail alsjeblieft naar physicianassistantinghana(at)gmail.com. Zet in plaats van (at) natuurlijk een @.

donderdag 21 juli 2011

Outdoor CB

Rebecca en Michelle aan de wandel.
Mieke aan de administratie & het Groene Boekje.
Kleurig koppie. Zou ze hoofdpijn hebben?
Kijk dit mooie meisje (met armbanden en heupsieraad) eens hangen aan de weegschaal.
De kinderen leken het erg fijn te vinden.

woensdag 20 juli 2011

Onze mede co-assistent uit de Ukraine

De 25 persoonsbus, waar we ‘s ochtends mee worden opgehaald, stopt recht voor ons guesthouse. Gewoonlijk, als de chauffeur halverwege de straat is, toetert hij, zodat we weten dat we mee kunnen. Gisteren echter waren wij iets te laat met reageren, zodat de chauffeur bijna weer weg reed voordat we buiten waren. Dus vanochtend gingen we voor de zekerheid  8 minuten van te voren buiten staan. Maar de bus kwam maar niet. Justice (24), de security man van dienst stelde na een kwartier wachten voor vast een stuk te lopen met z’n drieën. Na een halve kilometer kwam de bus aanrijden. Hij was ondertussen 20 minuten te laat en we maakten ons een beetje zorgen. We werden namelijk uiterlijk 08.30 u verwacht in het ziekenhuis vanwege onze dag uit met de Family Planning Department (FPD). En we moesten nog ontbijten in de ziekenhuiskeuken.
Gelukkig bleek in het ziekenhuis dat de bus die ons en het team van de FPD naar de stad zou brengen, dezelfde bus was, als waarin we naar het werk waren gebracht. Na het ontbijt meldden we ons met behulp van een van de facilitair medewerkers van het ziekenhuis bij de FPD.
Tassen, koelboxen met vaccins, plastic stoelen, tafel bladen en –poten werden in de bus geladen. Waarna wij met onze mede co-assistent Rebecca (22), 2 verpleegkundigen, een technisch assistent  en 12 man personeel uit de nachtdienst weer terug in de bus stapten. Rebecca is een rustige Ghanese meid, die haar opleiding geneeskunde aan een universiteit in Ukraine volgt. Voor haar co-schap is ze deze zomer 8 weken terug in Akosombo. Ze komt van oorsprong hier uit de Volta regio.
Na een flinke omweg (van ongeveer een uur), omdat het VRA personeel netjes thuis voor de deur wordt afgezet, kwamen we boven op de berg aan, in een ander deel van Akosombo. Terwijl zo’n 30 moeders met babietjes in de draagdoek of aan de borst onder een boom op ons zaten te wachten, werden de spullen uit de bus geladen. Op een betonnen verhoging met een golfplaten overkapping, werden de twee tafels opgezet en een weegschaal aan het balkenplafond gehangen. Ter controle of de haak goed hing, ging de technisch assistent er aan hangen.
Ons outdoor consultatiebureau! Aan de ene tafel moesten de moeders zich melden en hun groene boekje (net als bij ons!) afgeven. Een en ander werd geregistreerd in een handgeschreven administratieboek. Daarna werden de namen van de kindjes afgeroepen, zodat de technisch assistent ze kon wegen (zie foto). Waarna ze bij de tweede tafel (waar wij ook aan zaten), konden komen voor de immunisatie.
Missy, een goedlachse, mollige O&G verpleegkundige instrueerde ons hoe we haar konden ondersteunen met de registratie. Een dik en groot schrift met harde kaft werd er bij genomen. Michelle mocht beginnen en raakte van de wijs door de enorme hoeveelheid data die met de hand opgeschreven moest worden. Zij verwisselde baby- en moedernamen en kreeg keer op keer geduldige aanwijzingen van Missy hoe en waar de data van vorige vaccinaties te noteren.
Daarna was Mieke aan de beurt, dat ging wat vlotter (nadat ze bij Michelle had kunnen zien hoe het niet moest). Ondertussen prikte Missy er flink op los. Ze jaste de naald (die normaal in het lekkere dikke bovenbeentje van de baby gezet moet worden), bijna in de kniegewrichtjes met een snelheid, die niet met het blote oog te volgen was. De kinderen jankten stuk voor stuk zo hard, dat we soms dachten dat ze er in zouden blijven. En terwijl ze dan huilden, werden in het open mondje net zo vlot wat druppels vitamine A en poliovaccin geperst. Machinaal bijna…
Omdat we bijna een uur eerder klaar waren dan gepland omdat wij geholpen hadden met de administratie, zijn we een stukje gaan wandelen met Rebecca. Het uitzicht in dat deel van Akosombo is prachtig. De vallei waarin de stad ligt, heeft groene glooiende hellingen met witte huizen met afwisselend rode en groen daken. Het is er erg stijl, je moet dus lekker slenteren om niet te zweterig te worden in de, met het verstrijken van de dagen,  steeds warmer en droger wordende lucht. Af en toe en op sommige plekken, als het windstil is, ruik je dode vis in verschillende stadia van ontbinding (we zitten nu eenmaal aan de Volta rivier). Als de wind warm en vochtig, satijnzacht over je huid gaat, ruik je gelukkig vooral houtvuur en het groen van de bomen.
Rebecca vertelde ons dat het studeren in de Ukraine niet altijd even makkelijk is. De opleiding is internationaal en wordt gegeven in het Engels. Maar veel patiënten in de ziekenhuizen waar ze als student stage loopt, zijn niet gewend aan een donkere huidskleur. Soms willen ze niet door haar worden aangeraakt. Of er worden kwetsende opmerkingen gemaakt tegen haar of nog erger, men maakt apengeluiden als ze langsloopt. Erg geschokt over haar verhaal vertelde ze tegen ons dat ze ondanks dat een fijne tijd in de Ukraine heeft en de taal langzaam leert verstaan en spreken.
Ze vroeg ons of het in Nederland ook -26 graden was in de winter. Het is een leuk idee om Rebecca (zie foto) met een bontmuts op in de sneeuw te zien lopen.
De bus terug kwam weer te laat, zo’n anderhalf uur, je raakt er aan gewend (zelfs als Nederlander). Op de terugweg werd er personeel voor de avonddienst opgehaald, zodat we vandaag ongeveer 3 uur in de bus hebben gezeten. Van ons huis naar het ziekenhuis is hemelsbreed max. 10 kilometer, dus stel je voor. Maar het is beregezellig onderweg, de Ghanese mensen maken veel contact met elkaar in het openbaar en er wordt heel wat afgelachen, ook ’s ochtends om half acht.
Al met al weer een leerzame en leuke dag.

dinsdag 19 juli 2011

In de consultancy room en op de gang

De lange wachtrij in de gang voor de consultancy rooms (zie je waar de gang eindigt?)
Mieke aan het studeren in de consultancy room, terwijl we wachten tot het spreekuur begint.
Dit is de stoel waar patienten op moeten zitten tijdens het consult.
Het doet ons telkens weer denken aan een elektrische stoel. Zoals je ziet, zit hij wat rigide.
Let op de neksteun en de schroef aan de achterzijde, waarmee hij helemaal plat gelegd kan worden.

OPD

De afgelopen 2 dagen hebben we op de Out Patient Department (OPD) in het ziekenhuis gewerkt. Onderdeel hiervan zijn de spoedeisende hulp, de general practitioner (huisarts) en tandheelkunde.
Patiënten komen naar het ziekenhuis en melden zich bij de receptie van het dossierarchief. Hier moeten ze wachten tot hun dossier is gevonden of (bij nieuwe patiënten) een dossier is aangemaakt. Hun papieren dossier wordt afgegeven bij de triageverpleegkundige en de patient neemt plaats aan de linkerzijde van de wachtruimte, achteraan in de rij. De rij bestaat uit ± 100 stoelen (10 x10), waar op de menigte zich als een trage slang naar de voorste stoel beweegt. Eenmaal vooraan aangekomen  wordt door een verpleegkundige de bloeddruk en de temperatuur gemeten, de pols opgenomen en kinderen worden gewogen (goede risico-inventarisatie én 0-meting). Deze informatie wordt op een kartonnetje
geschreven – uit een lege latex handschoenen doos geknipt –  en hiermee kunnen ze plaats nemen in de volgende wachtrij aan de rechterkant van de open ruimte, die zich eender richting de voorste stoel begeeft. Daar aangekomen bepaald de triageverpleegkundige bij welke consultancy room (en dus wat voor soort arts) men plaats kan nemen. Kinderen met koorts en spoedgevallen worden eerder geholpen. Na een aantal uren wachten (er melden zich honderden mensen iedere dag) zien mensen dan eindelijk de arts, die (gelukkig) uitgebreid de tijd neemt voor de mensen.

Patienten die met spoed een arts moeten zien mogen de klapdeuren naar de ER door. Op de spoedeisende hulp werden de afgelopen dagen 2 mensen opgenomen die daar ook overleden. De eerste was een man van 75 die kwam met pijn in de onderbuik. Bij onderzoek bleek hij ook nog uitgedroogd en vocht én lucht in de buikholte te hebben. De luchtbel die op de rontgenfoto te zien was, wees op een perforatie ergens in zijn buik. Hij kreeg via een infuus vocht. Voor de perforatie zou hij geopereerd worden, maar het mocht helaas niet meer baten.
Later werd er een man van 58 binnen gebracht met ernstige brandwonden, zo n 60% van zijn lichaam was verbrand. Tijdens het sprayen met anti-insecten gas, was er brand ontstaan en daarna een flinke explosie. Hoewel het precies duidelijk was, wat er voor zorg geleverd moest worden, stond het team met de handen in het haar, want het ziekenhuis heeft geen beademingapparaat. De man overleed. Met de artsen bespraken we de frustratie van het niet kunnen behandelen terwijl je alle kennis en kunde in huis hebt. Hierna hebben we besloten te gaan zorgen dat er een (tweedehands) beademingsapparaat naar het ziekenhuis gaat vanuit Nederland (later hierover meer).