dinsdag 19 juli 2011

OPD

De afgelopen 2 dagen hebben we op de Out Patient Department (OPD) in het ziekenhuis gewerkt. Onderdeel hiervan zijn de spoedeisende hulp, de general practitioner (huisarts) en tandheelkunde.
Patiënten komen naar het ziekenhuis en melden zich bij de receptie van het dossierarchief. Hier moeten ze wachten tot hun dossier is gevonden of (bij nieuwe patiënten) een dossier is aangemaakt. Hun papieren dossier wordt afgegeven bij de triageverpleegkundige en de patient neemt plaats aan de linkerzijde van de wachtruimte, achteraan in de rij. De rij bestaat uit ± 100 stoelen (10 x10), waar op de menigte zich als een trage slang naar de voorste stoel beweegt. Eenmaal vooraan aangekomen  wordt door een verpleegkundige de bloeddruk en de temperatuur gemeten, de pols opgenomen en kinderen worden gewogen (goede risico-inventarisatie én 0-meting). Deze informatie wordt op een kartonnetje
geschreven – uit een lege latex handschoenen doos geknipt –  en hiermee kunnen ze plaats nemen in de volgende wachtrij aan de rechterkant van de open ruimte, die zich eender richting de voorste stoel begeeft. Daar aangekomen bepaald de triageverpleegkundige bij welke consultancy room (en dus wat voor soort arts) men plaats kan nemen. Kinderen met koorts en spoedgevallen worden eerder geholpen. Na een aantal uren wachten (er melden zich honderden mensen iedere dag) zien mensen dan eindelijk de arts, die (gelukkig) uitgebreid de tijd neemt voor de mensen.

Patienten die met spoed een arts moeten zien mogen de klapdeuren naar de ER door. Op de spoedeisende hulp werden de afgelopen dagen 2 mensen opgenomen die daar ook overleden. De eerste was een man van 75 die kwam met pijn in de onderbuik. Bij onderzoek bleek hij ook nog uitgedroogd en vocht én lucht in de buikholte te hebben. De luchtbel die op de rontgenfoto te zien was, wees op een perforatie ergens in zijn buik. Hij kreeg via een infuus vocht. Voor de perforatie zou hij geopereerd worden, maar het mocht helaas niet meer baten.
Later werd er een man van 58 binnen gebracht met ernstige brandwonden, zo n 60% van zijn lichaam was verbrand. Tijdens het sprayen met anti-insecten gas, was er brand ontstaan en daarna een flinke explosie. Hoewel het precies duidelijk was, wat er voor zorg geleverd moest worden, stond het team met de handen in het haar, want het ziekenhuis heeft geen beademingapparaat. De man overleed. Met de artsen bespraken we de frustratie van het niet kunnen behandelen terwijl je alle kennis en kunde in huis hebt. Hierna hebben we besloten te gaan zorgen dat er een (tweedehands) beademingsapparaat naar het ziekenhuis gaat vanuit Nederland (later hierover meer).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten